Dag 4-7

7 november 2019 - Cappadocia, Turkije

We worden wakker met uitzicht over een uitgestrekt landschap. Het ontbijt bestaat uit brood met pindakaas. Als je jezelf afvraagt of er in Turkije pindakaas wordt verkocht, dan is het antwoord niet zo moeilijk, dat is namelijk: nee, of er hebben het gewoon nog niet gevonden. Dat was dus ook Daniël z'n probleem, een gebrek aan pindakaas. Gelukkig was onze moeder hiervan op de hoogte en stopte voor mijn vertrek nog even twee potten pindakaas in mijn tas. We pakken de spullen in, tappen water bij de bron in de buurt en stappen op de fiets. Het landschap verandert van heuvelachtig naar een uitgestrekte vallei. Het fietsen gaat vrij gemakkelijk, het is namelijk ook vrij vlak. We worden onderweg vaak begroet door mensen. De meest populaire methode van begroeten lijkt het op moment van voorbijrijden met auto of vrachtwagen even hard toeteren. DIt is wel even wennen. De eerste paar keer vragen we onszelf af wat de bedoeling hiervan is, maar na verloop van tijd komen we erachter dat tijdens het getoeter er veel gezwaaid en gelachen wordt. Verder wordt door de mensen langs de weg "merhaba!" geroepen.
Het dagdoel van vandaag is om bij een zoutmeer aan te komen. Na een lange klim staan we op een top vanwaar we het zoutmeer kunnen zien. Het is gigantisch groot en wit. Ik was hier al eens eerder geweest met de motor en wilde het Daniël ook laten zien. Destijds leek het me leuk om er met de motor overheen te rijden, maar dat bleek niet zo'n groot succes vanwege de zachte laag bagger die onder het zout verborgen zat. Op de een of andere manier was me die wijze les van toen een beetje ontgaan en staan we in korte tijd met onze fietsen in de vette zoute bagger. Binnen korte tijd zitten de banden, remmen, ketting en tandwielen onder de bagger. Great succes! Fietsen over het zout lukt helaas niet eens. Te voet lukt het wel om een paar leuke foto's te maken. Hierna staan we voor de uitdaging om de bagger van de fietsen af te krijgen. Da In de hoop ergens een tuinslang of hogedrukreiniger te vinden gaan we een paar nabijgelegen tankstations af. Helaas hebben ze hier niets. Bij het bezoekerscentrum hebben ze merkwaardig genoeg iemand in dienst die niets anders doet dan de hele dag voertuigen wassen (voornamelijk touringcars, geen fietsen die op de zoutvlakte zijn geweest). Terwijl Daniël zich tegoed doet aan alle snacks die bij het bezoekerscentrum te vinden zijn ontferm ik me over de manier waarop onze fietsen schoongemaakt worden. Helaas wordt mij niet toegestaan om de apparatuur (de tuinslang) zelf te gebruiken om de fietsen schoon te maken. Dan maar toezien dat het goed gebeurt. Tijdens het schoonmaken blijkt helaas dat touringcars met Chinese tekens voorrang krijgen, waardoor het helaas langer duurt. Gelukkig mag het resultaat er zijn. We fietsen verder naar de dichtstbijzijnde stad (Sereflikochisar) en gaan daar op zoek naar een hotel.

Dag 5

Enigszins op tijd vertrekken we van het hotel, op weg om richting Cappadocië te gaan. Naar verwachting gaat de rit nog zo'n twee dagen duren. De route volgt over het eerste gedeelte een mooie groene vallei, waar het fietsen vrij eenvoudig gaat. In de velden zijn af en toe hele gezinnen bezig met de oogst van uien, aardappelen en andere voor mij onbekende groenten.
Later op de dag fietsen we een dorp in, waar we een pinautomaat vinden. Net als we onze voorraad Turkse Lira willen aanvullen worden er uitgenodigd door een man om thee te komen drinken. Na even overleggen besluiten we aan te schuiven. De man heeft ooit in een Duitse machinefabriek gewerkt en spreekt sneller en vloeiender Duits dan ik kan zowat kan bijhouden. We komen aan een tafeltje te zitten, naast de auto's die hij verkoopt. Even later schuift zijn buurman aan. Buurman spreekt gelukkig wel aardig Engels en verteld dat hij les in Scheikunde geeft. Plotseling is de duitssprekende autoverkoper verdwenen, er blijken klanten te zijn gekomen. Vanuit mijn ooghoek kan ik de typische autoverkoop taferelen volgen. Op de plaats van de autoverkoper is een vriend van de scheikundeleraar komen te zitten. De gesprekken gaan over en weer en er wordt druk thee gedronken. Diverse gasten komen er bij staan en zo snel als ze komen zijn ze ook weer vertrokken. De vraagt rijst bij de scheikundeleraar; "waarom met de fiets?" Uhm... omdat fietsen leuk is ? Vraag aan de scheikundeleraar; "heb jij geen fiets?" Antwoord;" nee, ik heb een auto". Na deze redenatie ben ik even sprakeloos. Als je naar het primaire doel van vervoersmiddelen kijkt heeft hij namelijk wel een punt. Ineens komt de vraag; "hebben jullie honger?" We voelen ons enigszins bezwaard, maar eigenlijk hebben we wel honger. De scheikundeleraar commandeert direct zijn neefje om met de brommer ergens eten te gaan halen. Niet veel later is het neefje met de brommer terug met pide, een soort van pizzabodem met daarop voornamelijk alleen gehakt. Ondertussen zijn de onderhandelingen over de verkoop van de auto achter mij stuk gelopen. Ik zie dat de potentiële kopers de laatste onderhandelingstactiek inzetten, namelijk het weglopen van de koop.nu is de vraag of de verkoper achter ze aan gaat of niet? De verkoper is het kennelijk zat en gaat niet achter ze aan. Na nog wat praten vinden wij het ook wel welletjes en stappen weer op. Met wat laatste route aanwijzingen van de scheikundeleraar gaan wij op weg. De weg gaat direct de heuvel op en is best een klimmetje. Bovenop de heuvel krijgt Daniël wonderbaarlijk genoeg weer trek en besluiten we een brood te vullen. Net als Daniël zegt dat het lullig zou zijn als nu een van onze gastheren van daarnet zou voorbijrijden en ons weer zou zien eten, kijk ik om en zie ik de scheikundeleraar druk lachend en zwaaiend in zijn auto voorbijkomen terwijl wij weer aan het eten zijn. Ach, hij zal wel begrijpen dat we op pide alleen niet kunnen fietsen.
Tegen de avond komen we in een wijds en uitgestrekt landschap. Er zit niets anders op dan om een plek te zoeken om te camperen. Verderop zien we een aantal grotten. Daniël vind van een afstand dat de grotten er goed genoeg uitzien om in te slapen. Ik denk daar anders over. Van dichtbij gezien is Daniël het met me eens, het stinkt en is vies. Verderop vinden we bovenop een klein heuveltje een geschikte plek en zetten de tent op. Nu nog koken. Ik pak mijn befaamde benzinebrander erbij... en kom er na een paar slagen met het pompje achter dat het pompje geen druk opbouwt. Ik haal de pomp deels uit elkaar, maar kan niet direct iets vinden. De pomp is roestig geworden van binnen en waarschijnlijk is een rubber afdichting gaan lekken. De brander doet helemaal niets meer. Wat betekent dat wij geen pasta hebben vanavond. Dan maar alle snacks en noten opeten die we nog hebben. In de verte hebben  we al een tijdje een schouwspel van zaklampen zitten observeren, maar konden er niet direct uit opmaken wat nou precies de bedoeling hiervan was. De lampen komen dichterbij en we worden wel nieuwsgierig. Op een gegeven moment komen de lampen dichterbij en horen we de bellen van een kudde schapen. Ach nee hè, als ze maar niet onze kant opkomen met de kudde. En ja hoor, niet veel later komt de kudde op ons af. Om de herders te laten weten dat wij hier zitten te kamperen besluiten we maar te seinen met onze eigen lampen. Met als resultaat dat ze ons zien en we even volledig verblind worden door hun lampen. Gelukkig gaat de kudde op zo'n vijftig meter aan ons voorbij en verdwijnen ze weer in de verte.

Dag 6
Onze wekkers gaan en niet veel later komen we erachter dat de wekkers van de herders nóg vroeger stonden dan die van ons. Het lijkt erop dat we naast de doorgaande schapenroute hebben gekampeerd, want er komt weer een kudde voorbij. We pakken in en springen weer op de fiets. We besluiten om de pot pasta saus, spaghetti en m'n geliefde benzinebrander hier langs de weg achter laten voor de gelukkige vinder, aangezien het nu slechts loos gewicht os geworden en er alweer heuvels op het programma staan. We rijden een klein dorpje in en zien een paar holen in de rotsen. We besluiten even te gaan kijken, maar vanwege de huizen eromheen kun je er niet echt bij. Gelukkig blijkt er in het dorpje een klein winkeltje te zitten waar we weer wat brood, snacks en water kunnen kopen. Een paar oude mannetjes zitten naar onze benen te gebaren en te lachen. We fietsen verder. Het landschap is bijzonder leeg. Af en toe zijn er wat boerderijtjes of huizen bij elkaar, maar daarmee houdt het ook op. Eind van de middag komen we langs een meertje. Daar moet in gezwommen worden! Ik sta half in het water terwijl Daniël zich staat om te kleden. Plotseling hoor ik dat Daniël het omkleden te lang vindt duren en hoor ik plons achter me. Ow ja en jij vond dat zogenaamd niet kunnen hier. Het blijft bij een korte duik, want het water blijkt al echt behoorlijk koud.
Tegen de avond bereiken we onze eerste echte bestemming: Göreme, hét dorp van Cappadocië. We komen uit bij een prima hotel en gaan dan op weg naar hét moeilijkste item van de vakantie: een restaurant uitkiezen. Zoals gewoonlijk duurt dat veel te lang, maar uiteindelijk zitten we bij een prima restaurantje pasta te eten en bespreken we de plannen voor morgen.

Dag 7 rustdag
Vandaag hebben we besloten een dagje niet te fietsen, maar hier de omgeving te verkennen. Het begint al goed, met lang uitslapen. Daarna met een bezoek aan de PTT. Als je dat ergens bekend van voorkomt, dan zal dat wel de vroegere Nederlandse post zijn. Ik heb nieuws voor je; hier heet het nog steeds PTT. Daniël heeft nog wat onderdelen van z'n fiets die terug naar Nederland kunnen. Het blijkt vrij eenvoudig te gaan, binnen tien minuten staan we weer buiten en wordt het pakketje verzonden. We willen een aantal valleien bezoeken met de kenmerkende rotsformaties. Fietsen willen we niet, dus besluiten we maar te gaan lopen. Zin om langs de weg te lopen hebben we niet, dus wordt het de rechte lijn op de kaart en beginnen we met lopen. Wonderbaarlijk genoeg komen we direct in een mooie vallei uit, waar we overigens weer snel op uitgekeken zijn. Door Naar het volgende. De rechte lijn wordt weer uitgezet en we banjeren door de velden naar een volgend dorpje, waar oude uitgehouwen woningen in de rotsen te zien zijn. Niet dat we hier veel van dichtbij van gezien hebben, want we moeten weer door. Er loopt een soort van kloof de berg op omhoog. Aan de andere kant van de berg moeten we uiteindelijk terecht komen. Na een keer of vier verkeerd lopen/klimmen is Daniël klaar met mijn methode van navigeren en moeten we maar het pad volgen. Het uitzicht en de zonsondergang zijn het geklim gelukkig meer dan waard. Het pad komt uiteindelijk weer bij het dorpje uit waar we de kloof in gingen en zijn we terug bij af. We lopen terug over de gravelpaadjes naar het dorp.als we het dorp naderen worden we ingehaald door een quad met kennelijk een gids erop. De quad wordt helaas gevolgd door een kudde van ongeveer 50 quads met Aziaten daarop. Wat toerisme een gebied als dit al dan niet kan brengen... . 's Avonds is de keuze voor een restaurant gelukkig snel gemaakt, namelijk dezelfde als gisteren. Omdat de pasta niet genoeg was  en we nog niet verzadigd zijn besluiten we maar ergens anders nóg meer te gaan eten. Met een extra hamburger en een toetje bij de toetjeswinkel op gaan we teug naar het hotel.

Foto’s

3 Reacties

  1. Henk:
    7 november 2019
    Good story man !
  2. Willy:
    7 november 2019
    De pindakaas is zeker alweer op!!! Leuk verhaal!
    Succes verder!!💪🏻
  3. Johan daudey:
    8 november 2019
    grappig van de ptt,ik wist niet dat die in turkije nog bestond.wel goed blijven eten,dan maar twee porties pasta bestellen.mooi om te lezen allemaal.groet.